Opdracht 1 ~ tijdbalk

Bij opdracht 1 was het de bedoeling dat wij in een tijdbalk aan zouden geven waar, wanneer en met wie het jodendom, de islam en het christendom ontstaan zijn. Dit hebben wij gedaan met een korte uitleg van de gebeurtenissen. Ook hebben wij een uitgebreide uitleg van het ontstaan van elk geloof erbij gemaakt, deze is onderaan de pagina te vinden. De tijdbalk is hieronder te zien (klik op fullscreen, rechtsonder de afbeelding, om het document groter te maken, hiervoor wordt u naar een andere webpagina gestuurd). Het document is niet heel erg scherp, maar wij weten niet hoe dit probleem verholpen kan worden (het document is in onze bestanden wel scherp).

Ontstaan jodendom

Joden geloven dat het jodendom is ontstaan toen aartsvader Abraham één god ging aanbidden in plaats van de goden die zijn vader vereerde. Hij werd in 1813 voor Christus geboren en trouwde met Sara. Zij gingen, in opdracht van God, opzoek naar het beloofde land. In zijn zoektocht vindt Abraham deze éne God en er ontstaat een verbond tussen hen. Om dat verbond te bezegelen liet Abraham zich besnijden. God beloofde hen een zoon: Isaak. Ook zou in de verdere toekomst een groot volk voortkomen uit Abraham, dat in vrede en geluk zal leven in een eigen land. Dit geeft Abraham door aan Isaak en die weer aan zijn zoon Jacob. Isaak en Jacob worden ook als aartsvaders gezien net als Abraham. Jacob trouwde met 4 vrouwen en kreeg 12 zonen, waarvan de meeste ook weer erg veel kinderen kregen. Jozef, één van de zonen van Jacob, werd koning in Egypte en redde zijn familie tijdens een hongersnood. Daardoor leefde de familie van Jozef nog eeuwenlang vreedzaam in Egypte en groeide door de vele nakomelingen uit tot een volk. Rond 1300 voor Christus kwam er een farao die het joodse volk als slaven gebruikt. Zij ontsnappen onder leiding van Mozes uit Egypte en gaan opnieuw opzoek naar het beloofde land, dat uiteindelijk in Israël blijkt te zijn. Tijdens die zoektocht krijgt Mozes de 10 geboden van God. Deze uittocht wordt jaarlijks herdacht tijdens Pasen (Pesach).

Ontstaan islam

Er word vaak gezegd dat de islam is ontstaan met het optreden van de profeet Mohammed, maar de moslims zelf zeggen dat de islam al veel eerder is ontstaan. De islam ziet Adam (de eerste mens) namelijk las de eerste profeet met wie god een verbond sloot. Na Adam kwamen nog meer profeten, zoals Noach, Abraham, Isaak, Ismaël (bijnaam van Jacob), Mozes, David, Salomo en Jezus. Maar na elke profeet dwalen de mensen weer af van het goddelijke pad en moet er steeds weer een nieuwe profeet komen die hen weer oproept om het rechte pad te volgen. Na Jezus is er voor een lange tijd geen profeet meer, tot het optreden van Mohammed in de zesde en zevende eeuw. Mohammed voelde zich namelijk geroepen door Allah om zijn profeet te worden (boodschapper). Hij benadrukt dat de mensen eerlijk en rechtvaardig moeten zijn. De inwoners van Mekka, de stad waar Mohammed leeft, vinden dit goed, maar de machthebbers niet. In 622 gaat Mohammed met zijn volgelingen naar Medina. Daarna verovert hij in 629 Mekka, daardoor bekeert de hele bevolking zich tot de islam. Mekka wordt het centrum van de islam. Mohammed overlijdt in 632. Dus historisch is te zeggen dat de islam in de 6e en 7e eeuw na Christus is ontstaan, maar theologisch bestaat de islam al veel langer.

Ontstaan christendom

Het christendom is ontstaan in de eerste eeuwen na Christus. Jezus Christus (Jezus van Nazareth), de zoon van Maria en Jozef, is 4 dagen voor het jaar 0 geboren (Kerst). Jezus wordt ook vaak aangeduid als de zoon van God. In het jaar 26 na Christus begint Jezus de mensen in Galilea te vertellen over God. Daar kiest hij 12 volgelingen (discipelen) om hem te helpen. In het jaar 29 spannen de Joodse leiders samen tegen Jezus en geven hem aan de Romeinen, die hem kruisigen (goede vrijdag). Jezus wist dat dit zou gebeuren, dus de dag voordat hij gekruisigd wordt, neemt hij afscheid van zijn discipelen. Dit doet hij tijdens zijn laatste avondmaal (witte donderdag). Hierbij wordt ook het verraad van Judas, één van de discipelen, bekent, hij heeft Jezus verraden aan de Romeinen. Jezus vraagt aan zijn discipelen om de wereld in te gaan en iedereen zijn boodschap te vertellen. Jezus beloofde dat God zijn heilige geest zou sturen om de mensen kracht en steun te geven. Zijn discipelen deden wat hij hen had gevraagd. Jezus staat 3 dagen na de kruisiging op uit zijn dood en verschijnt aan zijn discipelen (Pasen). De heilige geest daalt 10 dagen na de kruisiging neer op de discipelen (Pinksteren). Hierdoor werden de volgelingen erg enthousiast en zij verspreidden de boodschap van Jezus. Daardoor werden duizenden mensen ook christenen. Jezus stijgt 40 dagen na zijn dood ten hemel om bij God, zijn vader, te zijn (Hemelvaartsdag). Lange tijd werden christenen door de Romeinen vervolgd, maar in 313 na Christus mochten de christenen van de Romeinse keizer Constantijn de christenen hun God vereren. Constantijn bouwde ook een nieuwe, christelijke hoofdstad. Die noemde hij Constantinopel, wat nu Istanbul heet. Vanuit deze stad verspreidde het christendom zich over Europa en werd uiteindelijk de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk.