Opdracht 3 ~ weetjes

Bij opdracht 3 was het de bedoeling dat we van de acht elementen (a t/m h) er zes zouden kiezen. Vervolgens moesten wij van beide godsdiensten de zes gekozen items tegenover elkaar zetten, in de vorm van een afbeelding met een kort, duidelijk bijschrift. Wij hebben de volgende zes items gekozen:

De belangrijkste stad
Hun plaats van samenkomst (hun 'kerk')
Hun naam voor 'God'
Hun heilige schrift en de taal waarin deze geschreven is
Een belangrijk feest
Twee belangrijke voedselvoorschriften

Islam

Jodendom

De belangrijkste stad

Dat is Mekka, daar staat de Heilige Moskee die de Kaaba bevat. Hier gaan moslims heen voor hun bedevaartstocht.

Dat is Jeruzalem, daar staat de Tempel van Salomo. Dat is de eerste Joodse tempel.

Hun plaats van samenkomst

Dat is een moskee.

Dat is een synagoge

Hun naam voor 'God'

De moslims noemen hem Allah.

Officieel schrijven de joden יהוה (JHWH), maar deze naam mag je niet uitspreken. Je zegt Adonai of Elohim.

Hun heilige schrift en de taal waarin deze geschreven is

De Koran is het belangrijkste boek, die is geschreven in het Arabisch.

De Thora is het belangrijkste boek (bevat de eerste 5 boeken van de Tenach). In de Tenach staan veel boeken. Deze boeken zijn geschreven in het Hebreeuws.

Een belangrijk feest

led el Fitr (Suikerfeest), wordt gevierd aan het einde van de Ramadan. moslims gaan bij buren, familie en vrienden op bezoek en eten zoetige hapjes. Daarom wordt het ook wel 'Suikerfeest' genoemd. Ook krijgen kinderen zakgeld, snoep of een cadeautje.

Dat is Jom Kippoer, een dag waarop men nadenkt over zichzelf, zijn leven en hoe je omgaat met anderen. Om opperste concentratie te bereiken wordt er die dag niet gegeten en gedronken. Aan het einde van de dag wordt er geblazen op de sjofar, een ramshoorn.

Twee belangrijke voedselvoorschriften

1. Varkensvlees mag niet gegeten worden, een varken wordt als ‘onrein’ gezien.

2. Alcohol drinken is verboden, want dit kan verslavend en verdovend werken.

1.Varken, haas, paard, paling, garnaal en kreeft mogen niet gegeten worden, ook geen producten waar dit in verwerkt is.

2. Alle kruipende dieren zoals larven of insecten met vleugels zoals sprinkhanen mogen niet gegeten worden, ook geen producten waar dit in verwerkt is